Als je een echte fan bent van fruit en groene vingers hebt, heb jij waarschijnlijk wel eens gespeeld met het idee om zelf wat dingen te planten. Misschien heb je wel een wat zaadjes gekocht om zelf wat veldsla te groeien. Wie weet heb je in het verleden gedacht dat je te veel bosui had en deze toen in een potje geplaatst. Maar in deze tekst gaan we dieper in op het planten van kersenpitten. Als je kersen eet dan blijf je met veel pitten over en als je daar iets leuks mee kan doen, dan is dat mooi meegenomen.
Bedenk wel dat kersen aan bomen groeien en dat als de boom volgroeid is, deze boom kan wel 15 meter hoog groeien, wat wel iets anders is dan een krop sla of een basilicumplantje. Maar daar krijg je natuurlijk ook veel voor terug. Niet in de minste plaats een heleboel kersen, als je het goed doet. Maar kersenbomen staan natuurlijk ook bekend om de prachtige bloesem die ze elk jaar tonen. Natuurlijk kan je je kersenboom klein houden door de plant in een kleine pot te houden. Op deze manier hebben de wortels niet genoeg ruimte om verder te groeien, waardoor de boom ook klein zal blijven.
Hoe plant je een kersenpit?
Als je de pit van een kers wilt planten dan zijn er een aantal dingen die je eerst moet doen.
1. Welke pit heb je eigenlijk?
Ten eerste is handig om er achter te komen wat voor kersenpit je te pakken hebt. Er zijn namelijk een aantal verschillende kersenbomen, die bijvoorbeeld verschillen in grootte, het soort kersen dat er aan groeit, de bloesem, maar ook het klimaat waar ze het best in gedijen. Daarom is het wel zo makkelijk om kersenpitten te kopen bij een tuinier of de kersenpitten van iemand te krijgen die zelf een kersenboom in de tuin heeft staan. Maar als jij de pitten wilt planten die over hebt na het eten van een doosje kersen, dan kan je dat natuurlijk gewoon doen.
Als je de kersen van een lokale markt hebt gehaald of als er op het doosje staat dat het land van herkomst Nederland is, dan zit je sowieso goed.
2. Pit schoonmaken
Om de pitten te planten moet je ze eerst goed schoonmaken, waarbij enig resterend vruchtvlees voorzichtig verwijderd moet worden.
3. Drogen
Droog ze daarna af, leg ze op wat papier dat goed vocht opneemt en laat ze een week lang compleet uitdrogen.
4. Bewaren in de koelkast
Nadat je ze hebt laten drogen moet je ze voor lange tijd op een koele plaats bewaren. Hiervoor kan je goed je koelkast gebruiken. Stop de pitten in een afsluitbaar bakje en laat deze voor tien weken in de koelkast staan. Je kan wat zand of mos in het bakje leggen, waarop de pitten dan kunnen liggen, maar dat is niet noodzakelijk.
5. In een potje doen
Als de tien weken voorbij zijn kan je ze er uithalen en in een pot met grond plaatsen. Voordat je kersenpitten plant kan je ze de buitenste laag wat wegschuren, dit maakt het makkelijker voor het kiempje om door het harde omhulsel heen te breken. Plant niet te diep om te voorkomen dat het plantje heel veel moeite moet doen om boven de aarde uit te komen. Ongeveer een vingerkootje diep is prima.
6. bewateren
Het is belangrijk dat de grond goed vochtig blijft, dus besproei de potjes regelmatig. Direct zonlicht kan natuurlijk nooit kwaad, maar als je geen plek hebt om de potjes in het zonlicht neer te zetten dan maakt het niet heel veel uit. Zodra er een plantje uitkomt overpotten naar een grotere pot en in de lente buiten zetten.
Het resultaat…
Het kan wel even duren voordat je kersen uit je kersenboom kan eten. Van 5 tot zelfs wel 10 jaar, het is dus een project waar je geduld mee moet hebben. Zelfs na die tijd is het niet zeker dat je dezelfde kersen zal krijgen als die je op de markt kan kopen. Eke keer als je een zaadje plant ontstaat er namelijk een uniek plantje, met eigen karakteristieken. Zo kan het zijn dat jouw kersen bitter smaken, of relatief weinig vruchtvlees hebben. Maar, wie weet heb je zo wel een geweldige nieuwe soort kersenboom in je tuin staan. Om deze onzekerheid te bestrijden gebruiken kersenboeren stekjes van eerdere planten, waardoor ze zeker zijn dat de kersen hetzelfde zijn als de kersen van de oude boom.
Kersen kun je vervolgens weer leuk verwerken in een nagerecht of dessert als rood fruit: bijvoorbeeld bij het recept van deze Cheesecake met rood fruit
