Goulash is zo'n beetje het bekendste gerecht uit Hongarije. Tijdens ons bezoek in Budapest hebben we hier heel erg van genoten. We kregen in 1 restaurant zelfs een recept mee. Goulash is in elke streek in Hongarije weer anders. Dit recept is niet 100% hetzelfde als degene die we in het restaurant kregen, maar lijkt er wel veel op. Een paar van de meest belangrijke ingrediënten zijn de rode paprika's en de kruiden (karwijzaad en oregano). Die mogen echt niet ontbreken! Vaak vind je er ook aardappels in, dit bindt het vocht. Wij hebben het eruit gelaten, maar je kunt het natuurlijk toevoegen.
Ingrediënten voor 4 personen
- 1 kg sukadelappen
- 250 gr spekblokjes
- 2 rode paprika's
- 1/2 wortel
- 4 uien
- 6 teentjes knoflook
- 2 el mild paprikapoeder
- 1 tl karwijzaad
- 2 tl oregano
- 1 blikje tomatenpuree
- 150 ml rode wijn
- 500 ml runderbouillon
Begin met het snipperen van de ui en knoflook. Snijd daarna de sukadelappen in blokjes van 1 x 1 cm. Zet een pan met dikke bodem op het vuur en voeg 50 gram boter toe. Bak eerst de spekjes totdat ze goudbruin zijn. Dit duurt ongeveer 10 minuten. Haal ze er daarna uit, maar laat zo veel mogelijk vocht in de pan zitten. Leg de spekjes op een keukendoekje zodat ze uitlekken. Fruit in de pan de ui, knoflook en paprikapoeder ongeveer 3 minuten. Voeg daarna de sukadelappen toe en bak ze aan. Ik heb het in drieën verdeelt, zodat alles mooi gelijk aanbraadt. Als het vlees gebruind is voeg je de karwijzaad, oregano en tomatenpuree toe. Meng dit goed met het vlees en voeg vervolgens de wijn en bouillon toe. Laat dit op het kleinste pitje op laag vuur minimaal 1,5 uur staan (langer = beter). Snijd ondertussen de paprika en wortel in blokjes. Voeg deze 10 minuten voor serveren toe, samen met de spekjes. Traditioneel wordt goulash in brood geserveerd. In Nederland kun je volkoren stokbrood gebruiken om bij de soep te serveren!